Wat is er allemaal gebeurd de afgelopen vier jaar

Door Suusch

Je ontkomt er bijna niet aan. Er staan enorme jetzerborden langs de weg, Rondje Binnenhof heeft het erover en misschien ben je zelfs al geconfronteerd met een dappere ‘weetualwatugaatstemmen’-flyeraar. Het is weer zo ver, we gaan naar de stembus! In vier artikelen ga ik jullie vertellen waarom je moet stemmen, waarvoor we eigenlijk stemmen en wat er allemaal te kiezen valt. Veel plezier!

Zoals ik al had gezegd heb ik de afgelopen vier jaar in het WS gezeten. Omdat het verhaal over ‘droge voeten en schoon water’ misschien een beetje abstract klinkt wil ik hier vertellen over mijn avonturen in Delfland.

De geborgde zetels

Oh boy, ik kan een vierluik schrijven over alleen al deze mensen. Ik begin hiermee omdat dit vrij veel in het nieuws is geweest en je hier misschien wel een beetje bekend mee bent.

Zoals in het vorige stuk stond: in het WS heb je geborgde zetels. Super raar, alsof je Shell en Unilever vaste zetels in de Tweede Kamer geeft. In Delfland waren er 9 van de 30 zetels voor de bedrijven (4), de boeren (4) en natuurbeheerders (1), en dus kom je op 21 zetels voor burgers. (Dit is in Delfland zo, in andere gebieden kan het anders zijn.) Dit zijn vrij bizarre verhoudingen: de vier bedrijvenzetels zijn voor 40 000 bedrijven, de 21 burgerzetels zijn voor 1,4 miljoen inwoners, en de 4 boerenzetels zijn voor 80 boerenbedrijven. Super ondemocratisch. En gelukkig vonden meer mensen dat: Laura Bromet (GroenLinks) en Tjeerd de Groot (D66) hebben hard gewerkt om dit te veranderen. Helemaal afschaffen was eigenlijk het doel, het is geworden dat er 2 boerenzetels blijven en 2 natuurzetels. Niet ideaal, maar zeker beter dan wat we nu hebben. En gelukkig heeft een van de leden van de boerenfractie inmiddels al een baantje bij de BoerBurgerBeweging, dus daar hoeven we ons geen zorgen over te maken.

Persoonlijk ben ik minder blij met de boerenzetels dan met de (verdwenen) bedrijfszetels; met die laatste mensen kon je vaak nog wel redelijk praten. De boeren vonden ons altijd maar eng, en waren vooral tegen heel veel dingen (zoals goed klimaatbeleid) omdat dat allemaal maar geld kost. Behalve als het iets voor de boeren was natuurlijk.

Waterkwaliteit

Deze is echt een gevalletje “you had literally one job”. (Oke, wel meer dan één, maar goed.) Het is in Nederland niet zo best gesteld met de waterkwaliteit van sloten, meertjes etc. Een van de redenen is iets wat “nutrientenoverschot” heet: ofwel kak in het water. Daardoor zijn er teveel voedingsstoffen waardoor bepaalde planten gaan woekeren en vissen en andere planten sterven. Ook is er een super niet-verdachte rode plek te zien in het Westland op elk kaartje dat gaat over waterkwaliteit. Heeft vast niks te maken met de kassen daar.

Hier komt dus het stukje politiek terug. Want: moet je die mensen met hun kassen gaan beboeten? En wie dan? En hoe? Sommige bestrijdingsmiddelen mogen nog wel verkocht worden, maar niet meer gebruikt. Wat ga je dan doen? Glastuinbouwers willen dat het water ‘schoongespoeld’ wordt door water uit de Brielse meer in te laten, maar moet je al die troep wel in de zee willen hebben? Dit zijn het soort vragen waar we nu mee zitten.

In 2027 moeten alle wateren op orde zijn, maar het staat er nog niet best voor. Al ben ik een beetje positief met het verdwijnen van veel geborgde zetels, die vaak erg tegen strenge maatregelen waren.

En nog veel veel meer…

Ik mag maar zoveel schrijven, maar er is genoeg gebeurd de afgelopen tijd. Er zijn bijvoorbeeld waterpeilen verhoogd, wat jammer is voor de boeren maar goed voor de natuur en de watervogels. Gemalen zijn onderhouden, en die zijn ook energieneutraal gemaakt en voorzien van visvriendelijke passages (erg fijn als de vissen niet in mootjes worden gehakt in de pompen). Oja, en we hebben nieuw, harder klimaatbeleid verzocht aan de dijkgraaf, die daar inmiddels mee aan de slag is. Super vet! Maar goed, we zijn er nog niet. Volgende keer lees je over wat me de komende vier jaar te doen staat. Hoop dat je weer leest!