Julia voorstellen

Ik kan me niet herinneren dat ik Julia ontmoette. Ik heb sinds mijn zevende op theater gezeten, en op een bepaald moment was ze er gewoon. Dat gaat zo met dat soort dingen, iemand komt in je groepje en je merkt het niet eens op, het is opeens vanzelfsprekend dat ze er is. 

Julia en ik hielden allebei het meest van dansen, konden niet zingen en vonden toneel wel oke, dus het klikte gelijk. Wat daarna volgde was een waas van ongeveer 8 jaar, waarin we elkaar sowieso elke week zagen, meestal meerdere keren per week. We zaten altijd in alle groepjes samen, deden altijd de extra danslessen, en bleven zo lang mogelijk hangen nadat de lessen af waren. Zeker als we op zaterdagochtend les hadden en het mooi weer was gingen we vaak nog samen naar de stad, of de dijk, of het bankje voor het gebouw. 

Dit is ook wanneer we het beruchte dansje ‘Footloose’ leerden, wat sommige van jullie misschien herkennen van als ik dat nummer hoor en gelijk in de houding schiet. Footloose is een relatief simpele line-dance-achtige choreografie, en het enige wat ik me nog herinner van 10 jaar theater. Ik heb dit zo vaak met Julia gedanst na lessen en in woonkamers dat ik denk ik de pasjes in mijn zolen gesleten heb. 

Op een bepaald moment moest ik stoppen met theater, gezien ik in Delft ging studeren en ik simpelweg niet elke donderdagavond naar Hoorn kon voor een uurtje les. Vervolgens werd ik hard in mijn gezicht geklapt door BSA, en heb ik eigenlijk een jaar lang bijna alleen maar op studie gefocust. Ik heb in mijn eerste jaar als student heel veel vriendschappen verzaakt. Sommige daarvan heb ik nooit meer opgepikt, sommige spreek ik nu weer regelmatig. Ik kan me exact herinneren op welk moment ik mijn vriendschap met Julia heb gered. Ik was in Hoorn, en ik zag opeens in een ouwe groepsapp met wat theatervrienden ‘Jo jullie komen ook vandaag toch?’. Bleek dat die dag de eindvoorstelling van mijn oude groep was. Ik had geen kaartjes, maar nam aan dat ze me niet zouden wegsturen en sprong op de fiets. Toen ik aankwam zag ik Julia al redelijk snel, en het was alsof ik haar nog vorige week had gezien. Ze deed zelf niet mee in verband met haar gezondheid, dus we zaten samen vooraan te kijken en tussendoor te grappen met elkaar. Dat was ook de eerste keer dat ik haar zag met haar sondevoeding, die vooral diende voor mij om domme grappen over te maken. ‘Jo je moet zeggen dat je door een haai gebeten bent!’. 

Ik heb sindsdien een heleboel leuke dagen gehad met Juul, veel daarvan waren we gewoon door Alkmaar (waar ze woonde) aan het zwerven en plat aan het gaan om elkaar. Als ik een ding met Juul associeer is het lachen, ik heb zo hard gelachen om haar. Ze heeft zo’n fantastische combinatie tussen grove humor, droogheid en liefheid waar ik helemaal stuk om ga. Jesus, ik hou zo veel van haar. 

Het voelt vreemd om te proberen om 10 jaar aan vriendschap samen te vatten. Ik probeer zo hard om me vast te klampen aan alles wat we samen hebben meegemaakt, om elk moment individueel voor de geest te halen, maar de realiteit van mens-zijn is dat dat niet kan. Ik heb alleen wat momenten, en een waas van fijne gevoelens. Dus hier komen wat momenten en fijne gevoelens:

Toen ik met Juul naar de Efteling ging, had ik haar van tevoren aangemoedigd om een invalidepas te scoren. Juul kan lopen, maar niet de hele dag. Ik zei dat als ze toch deze teringzooi heeft, dat ze dan net zo goed de rijen kan overslaan. Je zou van zowel Julia als mij niet echt verwachten dat we van heftige achtbanen houden, maar toch is dat zo. We zijn met de hulp van de invalidepas drie keer achter elkaar in de Baron geweest (de Python was dicht blegh) en in zo goed als al het andere. De invalide wachtplaats van de baron is trouwens super nice, gewoon een soort pleintje. We hebben nog best lang daar zitten kletsen in de zon. Op een bepaald moment had Julia toch een rolstoel nodig, en ik heb haar met mijn stok-armpjes nog best lang door de Efteling zitten duwen. Ze lachte me telkens uit als ik buiten adem was van een klein stukkie omhoog, wat mij vervolgens de perfecte kans gaf om zo hard mogelijk naar beneden te rennen. 

Het was in de bus terug van de Efteling dat we het idee kregen om te trouwen. Juul wilde al een tijdje van haar achternaam af, en die van mij is best redelijk. Het is blijkbaar wettelijk een enorm gezeik om je achternaam te wijzigen, en we bedachten dat het waarschijnlijk makkelijker zou zijn om te trouwen, zeker gezien ze eigenlijk toch al ‘van Apeldoorn’ wilde, en we eigenlijk ook al een soort familie waren. Als je mij ooit hebt horen zeggen dat ik verloofd ben, dan weet je nu waarom. Uiteindelijk raakte we een beetje verdwaald in hoe scheiden dan zou werken, of trouwen geld kost, en of we dan een feest wilden dat we het een beetje op de achterbank hadden gezet. Tot op een bepaald moment we in de stad waren en Juul besloot dat we nu echt ringen nodig hadden. Gezien ik alles doe wat ze wil, zijn we een aantal juweliers afgegaan tot we er eentje vonden die een ring klein genoeg kon maken voor Juul haar handen. Ik kreeg een ring met ‘Julia’ erin gegraveerd, en Juul andersom. Dit is nu de enige ring die ik nooit afdoe.

Een van mijn favoriete dagen van mijn leven tot nu toe is toen ik met Julia naar het strand ging. Ze heeft iets met stranden, zeker sinds ze in Alkmaar is gaan wonen. Het was een hele mooie nazomerdag, net zo dat je nog wel het water in kan maar dat dat wel koud is. Ik zag op een gegeven moment een soort lange zandbank waar ik heen MOEST, en ik begon het water in te lopen om erheen te komen. Ik had een lange broek aan, die ik had opgestroopt, maar het water bleek veel dieper dan ik dacht en voor ik het wist stond ik tot mijn heupen in het water. Juul riep vanaf de kant ‘Je bent gek! Je bent gek in je hoofd!’ en vond een ander stuk waar je veel ondieper kon oversteken. ‘Dit is echt zo’n Freya-actie’ zei ze lachend. Dat zei ze wel vaker als ik wat geks deed, wat ik extra vaak deed om haar aan het lachen te maken. Ik weet nog dat ik toen dacht ‘Ik denk dat ik op deze aarde ben gezet om Juul aan het lachen te maken’. We deden daarna een wedstrijdje wie het hardst over de zandbank kon sprinten, en ondanks dat Juul toen al zo goed als niet meer at en een menselijk takje was won ze toch, kreng. Toen we weer veilig op het strand waren vonden we een spoor van een of andere machine die het zand net een beetje geplet had, zodat als je eroverheen liep met blote voeten het precies fijn barstte. We hebben toen echt voor een ongelooflijk lange tijd voetje voor voetje daar overheen gelopen. Achteraf gingen we nog even een terrasje pakken, het was top. 

Juul kwam een keer naar mijn huis, en we hadden niet echt een plan voor de dag. Toen ze binnenkwam gaf ik haar twee opties: ‘We kunnen iets normaals doen, of we kunnen naar het dak van het winkelcentrum hier tegenover’. Ik woon tegenover de Megastores, en die heeft parkeerplaatsen op het dak. Daar kan je dus op. Dat wilde ik. Juul zei dat ze het een pracht-idee vond en daar gingen we. Er is iets aan dat parkeerterrein wat zo rustgevend is. Er zijn nooit auto’s, omdat de Megastores een gefaald experiment was, dus het is gewoon asfalt en blauwe lucht. Heel veel van mijn favoriete dagen met Juul waren niet per se bijzonder, maar er is een soort kwaliteit aan haar die alles leuk maakt. Ik zeg altijd dat als mensen zoals Juul toch de wereld zouden besturen, alles een stuk vrolijker zou zijn. We lagen gewoon op het asfalt muziek te luisteren en te praten. Ik voelde me zo fijn.

Wij zijn ook samen op de Koornbeurs geweest, op een maandag volgens mij. Er was een soort geïmproviseerde Riskie activiteit, Carrot in a Box, waar je je tegenspeler moest overtuigen dat een wortel wel of niet in jouw bezit was, met als doel zelf met de wortel te eindigen. Juul en ik hebben even op zolder gechillt en wilden toen wel een poging wagen. Ik had haar redelijk overtuigd dat de wortel in mijn doos zat, omdat ik een meesterlijke bedrieger ben, totdat ze me vroeg ‘Hoe groot is de wortel dan?’ en ik antwoorde met ‘Groter dan die van jou’. Dit is NATUURLIJK EEN PIEMELGRAP, maar Juul zag het als een inconsistentie in mijn verhaal en gokte correct dat ik aan het liegen was. Ik probeerde haar uit te leggen dat het een domme grap was en dat ik nog steeds een gaslight-queen ben, maar ze wilde het niet horen. Achteraf kwam Mats naar me toe en informeerde me dat ik ‘vreselijk was in dit spel en dat het significant grappiger was toen de professionele Britse comedians het deden’. 

Ik vertelde Juul dat ik best moe was en dus niet super laat naar huis wilde (ze sliep bij mij). Ze antwoordde dat als ik me zo voel dat dat helemaal oké is, en dat ik me niet slecht hoef te voelen over waar ik behoefte aan heb. Ik zei dat ik gewoon moe was, maar dat het nu voelde alsof ik met een psycholoog moest gaan praten daarover. Dat was altijd het ding met Juul, ze is zo opgegroeid met psychologen en begeleiders dat dat taaltje in haar vastgehamerd zit. Vaak als ze daarin terugviel reageerde ik in een stom stemmetje ‘Alle gevoelens mogen er zijn, alles is oké.’ en lachte ze en zei ze ‘Sorry, het gaat automatisch!’. Eenmaal bij mij thuis vroeg ik of zij niet moe was, maar ze zei dat ze eigenlijk nooit moe was, slapen was gewoon een van die dingen die niet lukte. ‘Heb je wel eens geprobeerd om gewoon wél te gaan slapen?’ zei ik, dit triggerde een keten aan ‘Oke maar wat als ik gewoon wél eet?’, ‘Moet je het niet op een bepaald moment loslaten?’. Ze zei dat ze het vaakst ‘Je moet toch op een bepaald moment door?’ kreeg. Grappig is dat achteraf. 

Mensen die mij kennen weten dat ik hyped ben over vissen (de beesten, niet de hengelsport). Ik word gewoon altijd heel blij en rustig van aquaria, en er zijn zoveel soorten, en roggen zijn cool. Daarom was het heel belangrijk voor mijn ziel om Juul ook vissen te laten zien. Beetje als een kind dat een tekening wil laten zien, alleen hebben ze de tekening niet zelf gemaakt, en zijn het vissen. Dus ik sleepte Juul mee naar het Sea-Life Aquarium in Scheveningen. We hadden eerst nog de intentie om een strandwandeling te maken, maar gezien het hondenweer was hebben we dat niet gedaan. In het aquarium was het voor ons de normale gang van zaken: Juul maakt foto’s van alles, en ik ratel wat aan elkaar om haar te vermaken. We hadden het over dat clownvissen vaak transgender zijn, waarom vissen nou zo vel gekleurd zijn, en waarom ze de piranha tank niet van boven dicht hadden gemaakt. Ze hebben bij Sea-Life ook een kwallentank waar je de kleur van het licht zelf kan veranderen, en daar hebben we ook nog flink mee zitten kloten. 

We zijn daarna naar een van mijn favoriete lunchplekken in Den Haag gegaan, Haley’s Comet. Ik weet niet zo heel goed meer waar we het over hadden, volgens mij was er een hond met een outfit aan, maar ik weet nog dat we het op een gegeven moment hadden over liefdesdrama bij onze vrienden. Ik zei toen hoe toevallig het was dat wij beiden niet echt iets hebben met het super conventionele beeld van relaties, en dat ik me heel goed kon voorstellen dat wij op een bepaald moment gewoon zouden gaan samenwonen. Dat moet toen gek geweest zijn voor haar om te horen, wetend wat ik nu weet, volgens mij lachte ze het op het moment gewoon een beetje weg. We besloten om nog even langs mij thuis te gaan. Het was nog best wel vroeg, en we hadden allebei nog geen zin om afscheid te nemen. 

Thuis zette ik twee kopjes thee, die Juul vooral wilde om warme handen te krijgen, en gingen we aan mijn tafel zitten. Juul zei al vrij snel dat ze me iets moest vertellen. Ze zei het op een manier dat je al weet dat er wat mis is, zo’n manier waarvan je alle interacties van de laatste tijd in je hoofd afgaat om te bedenken of je iets fout hebt gezegd of gedaan. 

‘Ik heb besloten om euthanasie te plegen’. 

Ik begon gelijk te huilen, natuurlijk deed ik dat. Ze vertelde me dat ze niet meer kon. Ze kon niet meer elke dag haar bed uit komen, ze kon niet nog meer therapie proberen die toch niet ging helpen, ze was op. Ik was een van de laatste mensen die ze het vertelde, en ze zou er binnen ongeveer anderhalve maand niet meer zijn. Ze wilde het me eerder vertellen, maar het was elke keer te gezellig en ze wilde dat niet verpesten. Ik vroeg haar waarom zij aan het huilen was, zij wist dit al lang. ‘Ik vind het gewoon zo erg dat ik je zoveel verdriet aandoe’.

Het gekke aan het menselijk lichaam is dat je nooit meer dan een paar uur echt diep verdrietig kan zijn. Ik tenminste niet. Ze stelde voor om iets te gaan doen om een beetje af te leiden, en ik zei dat ik weer naar het dak van het winkelcentrum wilde, omdat ik me daar met haar zo fijn voelde. Ze zei oke. 

Ik heb heel veel met haar gepraat nog, en dingen gevraagd, en dingen verteld. Juul is echt iemand die ik als wijs zou beschrijven. Ik vroeg haar wat ze dacht dat er na de dood was, ze zei: “Geen idee, maar ik hoop dat het rustig is.”. Ze vertelde me over de mensen in haar leven die zijn overleden, en hoe ze die herinnert. Ze had voor iedereen een verschijnsel of een ding dat ze nu waren. Iemand was een kauw, iemand was een roze zonsondergang, iemand was een vlinder. ‘Wat wil jij zijn dan?’, ‘Wolkenstralen, wanneer ze zon zo precies in stralen door de wolken heen komt, zoals dat daar eigenlijk.’ en alsof we in een boek zaten en niet alles kut en echt was, aan de hemel: wolkenstralen. 

Nadat we weer even klaar waren met het emotionele gedoe gingen we nog één keer Footloose dansen. Ik weet niet meer wiens idee het was. De choreo van footloose past twee keer in het refrein, en daartussen zit een overgangetje wat zowel ik als Juul na al die jaren nog steeds niet helemaal hadden. ‘Fuck dit, we gaan nu die overgang snappen’. Ik verzon twee pasjes die ongeveer klopte met het ritme, en presenteerde die aan Juul alsof het de originele dans was. Toen ze na al die jaren eindelijk de hele dans had sprong ze volgens mij letterlijk een gat in de lucht. ‘Ja!!’

Toen we weer thuis waren zei ze dat ze echt nog een keer mijn haar wilde invlechten, en ik zei dat het nu misschien de laatste keer was dat het zou kunnen, dus pak maar de borstel. We bleven maar praten, over dat ik nu snapte waarom die ringen opeens haast hadden, over hoe alles nu ging lopen, en over dat ze met twee vrienden naar een escape-room was geweest. Een horror escape-room, die zich afspeelde in een mortuarium. ‘Op een bepaald moment hoorde je iemand kloppen vanuit een van die lijken-lades, en toen zei ik dat ik dat echt niet ging doen hoor!’. 

Uiteindelijk moest ik haar op de trein zetten, wat lastig was. Ik heb haar daarna nog twee keer gezien, en een paar keer over de telefoon gesproken, maar die dagen gingen te veel om Juul haar dood, en ik wil hier alleen Juul voorstellen, een van mijn beste vriendinnen, van wie ik heel veel van houd. 

Ik ga je missen lieverd, ik hoop dat je je rust krijgt.