De lente is in de lucht en dat betekent dat ik weer een nieuw favoriet dier heb. Omdat het lente is, is het een lief, nou ja, niet echt lief, vogeltje, namelijk de gewone koekoek (Cuculus canorus).
Je ziet hier een tekening van de koekoek, gemaakt door de Vogelbescherming, van wie ik de afbeelding niet mocht kopiëren en daarom maar moest screenshotten. Misschien denk je nu: “hee is dat niet gewoon een duif?” Nou, dat is de bedoeling. Mama duif weet namelijk niet dat dit geen duif is. Zelfs niet als mama koekoek een ei in het nest van mama duif legt, er een enorm koekoekskuiken uitkomt, dat kuiken alle andere eieren uit het nest opeet en mama duif voor de rest van haar leven alleen baby koekoek te eten geeft.
Dit gedrag heet broedparasitisme, en de koekoek is er kampioen in. Individuele koekoeken zijn gespecialiseerd in een specifieke vogelsoort. Volgens de Vogelbescherming zijn vooral heggenmussen en karekieten populair. De eieren van een koekoek lijken op het ei van de gastheer. Probleem is dat de koekoek dat moet weten welk nest de goede is. Hoe de koekoek dit doet is onduidelijk wat verklaart waarom deze theorie controversieel is.
Een alternatieve is de maffiahypothese: de moederkoekoek controleert of de gastheer de kuikens er niet uit getrapt heeft, en als deze dat wel heeft gedaan, gaan de andere jonkies er ook aan. Bij andere broedparasieten, de bruinkopkoevogel (Molothrus ater) uit de Verenigde Staten en de kuifkoekoek (Clamator glandarius) uit het Iberisch schiereiland, is dit gedrag geobserveerd. Soms helpt het de gastheer ook, want roofvogels komen veel minder snel op een groot koekoekskuiken af.
Dan nu wat andere feitjes. Nadat de eieren gelegd zijn (juni) vliegen de koekoeken direct terug naar de Congo; de jonkies doen dat in september pas. De koekoek eet niet alleen de eieren van het slachtoffer, maar ook harige rupsen en andere insecten. Alleen het mannetje kan “koekoek” zeggen, vrouwtjes doen “hoehoehoehoehoehoe” (geen idee hoe ik dit moet opschrijven sorry). Ze worden ongeveer 33 cm lang met een dubbel zo grote spanwijdte. Ze komen in heel Europa en Noord-Azië voor als broedvogel en in tropisch Afrika en zuidoost-Azië overwinteren ze. In Nederland zijn er ongeveer 7000 paren.
De koekoek is een goede indicator voor biodiversiteit: als het goed met andere vogels, gaat het goed met de koekoek. Het gaat niet goed met de koekoek. De soort staat op de Rode Lijst en sinds 1960 is het aantal gehalveerd. Door de afname in insecten nemen de vogelsoorten ook af. Maatregelen om bijvoorbeeld de vlinderstand te verbeteren werken dus ook goed voor onder andere koekoeken. De populatie lijkt te stabiliseren en misschien wel te groeien, waardoor we voorkomen dat het koekoeksklokje twaalf uur gaat slaan.