Taal is alomtegenwoordig en we hebben er elke dag mee te maken. Omdat wij taal als iets vanzelfsprekends beschouwen, zijn er een hoop fenomenen en curiositeiten waar we niet echt bij stil staan. Daarom heeft de Redâkkie voor jullie een aantal linguïstische fenomenen (incl. voorbeelden) gecompileerd om te demonstreren hoe mooi taal soms kan zijn.
1) Het RAS-syndroom
Nee, lieve lezers, dit is geen excerpt uit een medische krant van de NSB – jullie hebben het RAS-syndroom vast eens een keer meegemaakt in gesprek met een van jullie minder eloquente vrienden.
BSN-nummer. PIN-nummer. PDF-formaat. Het is redundant om “BSN-nummer” te zeggen omdat de “N” in “BSN” precies daarvoor staat: nummer. Je zegt dan in principe “Burgerlijke servicenummernummer”.
Dit fenomeen, waarin een afkorting opgevolgd wordt door een woord dat al in de afkorting geïncludeerd is, noemen we het RAS-syndroom.
Het grappigste hieraan is: het begrip “RAS-syndroom” is zelf een voorbeeld van RAS-syndroom. “RAS” staat namelijk voor “Redundant acronym syndrome”.
2) Grawlix
Herinneren jullie je nog oude Donald-Duck-comics of andere soorten van comic-strips? Herinneren jullie zich daar ook het gebruik van harde scheldwoorden zoals “kanker”, “hoer”, “kut” of “tyfus”?
Ik ook niet, en dat komt vooral omdat comic-makers vaak gebruik maken van het fenomeen “Grawlix”: het censureren van scheldwoorden door middel van symbolen. “Shit” wordt dus “S#@!”, “hoer” wordt dan “!*%#”. De lezer krijgt dan veel ruimte voor interpretatie over welke scheldwoorden Donald Duck heeft gebruikt.
Een meer decadent en alternatieve vorm van Grawlix houdt dan ook het gebruik van symbolen zoals schedels en zwarte wolken in.
3) Malafoor
Dit linguïstisch fenomeen komt vaak voor bij dronken mensen en buitenlanders. Ik persoonlijk kan deze these in beide contexten bevestigen.
Onder “malaforen” verstaan wij verbasterde gezegdes, of per abuis met elkaar gecombineerde gezegdes. Uitspraken zoals: “Oefening baart de meester” of “Daar komt de kat uit de zak”.
Dat eerste voorbeeld komt uit mijn eigen ervaring. Het is een verbastering van een Nederlands en een Duits gezegde. Beide gezegdes betekenen in principe hetzelfde. “Übung macht den Meister” en “Oefening baart kunst”.
4) Miraniem
Deze term is moeilijk om te definiëren omdat er vaak semantische discussies door ontstaan, maar ik wilde hem alsnog bespreken.
Een miraniem beschrijft namelijk een woord dat het perfecte midden tussen twee uitersten beschrijft.
Een voorbeeld hiervoor zou het woord “kamertemperatuur” kunnen zijn, wat (als het goed is) precies tussen “heet” en koud”.
Ook het woord “plat” is een voorbeeld. “Plat” zit semantisch namelijk direct tussen “concaaf” (simpel gezegd, een deuk) en convex (simpel gezegd, een bult).
5) Capitoniem
“We march in March”! “The Polish are about to polish!”
Je zou kunnen stellen dat deze woorden homoniemen zijn – immers worden zij op dezelfde manier gespeld maar betekenen iets helemaal anders. Dat ligt echter iets genuanceerder:
Deze woorden zijn capitoniemen, wat betekent dat hun betekenis afhankelijk is van of ze groot worden geschreven of niet. Het woord “Polish”, wat ongeacht zijn positie in de zin groot geschreven wordt, betekent “Pools”, als in de Poolse nationaliteit. Het werkwoord “polish” echter, dat alleen aan het begin van de zin groot geschreven zou worden, betekent “schoonmaken”.
En? Ben je nu eindelijk bereid om jouw bèta-leven achter je te laten en voortaan als alfa-student door het leven te gaan? Word ook talen-enthousiast! Ik kan het je alleen aanraden.