Georgië wil dolgraag bij Europa horen – toch?

Georgië geeft Brussel al jaren kopzorgen: enerzijds is het duidelijk dat de bevolking graag zou zien dat Georgië zich zo snel mogelijk aansluit bij de EU. Anderzijds lijkt de regering maar weinig vaart te maken om aan de door de EU gestelde voorwaarden te voldoen – soms lijkt het zelfs alsof de regering het proces opzettelijk fnuikt. Met de beslissing over Georgië’s EU-kandidatuur in december aan de horizon wordt het politieke spel opgevoerd: de president gaat naar Europa, de regeringspartij wil de president ontslaan en EU buitenlandchef Josep Borrell vertoont zich voor het eerst in Tbilisi. Wat gebeurt er in Georgië, en wat staat er op het spel?

Centraal staat de president van Georgië, Salome Zurabishvili. Oorspronkelijk steunde zij Georgische Droom, de partij die tot op de dag van vandaag de regeringspartij is, maar door meermaals tegen de partij in te gaan heeft zij hun woede op de hals gehaald. Een belangrijk splijtpunt is de buitenlandpolitiek: waar Georgische Droom pleit voor een pragmatisch, onafhankelijk buitenlandbeleid, is Zurabishvili uitgesproken pro-Westers. Recentelijk maakte zij een reis naar Europa, waar zij het Europees Parlement toesprak en sprak met Europese leiders. Deze reis was de druppel die de emmer deed overlopen: Georgische Droom benadrukte dat haar rol puur ceremonieel was en dat het maken van een politieke reis naar Europa ondanks dat het verzoek hiervoor was afgekeurd machtsmisbruik was, wat ontslag zou legitimeren. Bovendien, aldus Georgische Droom, zou haar reis een poging zijn van Zurabishvili om zelf met de eer te gaan strijken, mocht Georgië het kandidaatschap bemachtigen. 

Het is echter juist haar uitgesproken pro-Europese houding die Zurabishvili zo populair maakt in zowel binnen- als buitenland. Hartelijk werd zij ontvangen door zowel Macron als Michel, die haar bedankten voor haar persoonlijke inzet voor Georgië’s Europese perspectief. Ook thuis heeft zij met haar uitspraken pro-Westerse Georgiërs achter zich weten te scharen: met deze recente reis, maar ook door zich uit te spreken tegen beslissingen van Georgische Droom die niet te rijmen waren met het door de EU opgelegde huiswerk. Het bekendste voorbeeld hiervan was een voorgestelde wet die buitenlandse inmenging moest voorkomen, maar in werkelijkheid een autoritaire beperking van burgervrijheden à la Poetin was. Deze wet leidde in het voorjaar tot dusdanig grote protesten, die zelfs de buitenlandse media bereikten, dat Georgische Droom (voorlopig) in moest binden. Vandaar dat noch de EU, noch de binnenlandse oppositie meegaat in het narratief van Georgische Droom dat Zurabishvili haar macht misbruikt: het is duidelijk dat Georgische Droom genoeg heeft van de recalcitrante president en dat zij haar weg willen hebben.

Dat het conflict tussen de president en de regeringspartij nu tot het kookpunt komt berust bovendien niet op toeval: over slechts drie maanden zal de EU tot een oordeel komen betreft Georgië’s kandidatuur. In 2022 deden zowel Oekraïne, Moldavië als Georgië een aanvraag tot lidmaatschap: Oekraïne en Moldavië kregen het kandidaatschap, maar Georgië moest het doen met perspectief op lidmaatschap – meer dan beloftes en huiswerk zat er niet in. Dit schoot de Georgiërs in het verkeerde keelgat: op veel vlakken, zoals bijvoorbeeld corruptie, deed Georgië het immers beter dan Oekraïne of Moldavië. Het is vooral de houding van Georgische Droom waar Europa huiverig voor is: autoritaire trekken, banden met Rusland, het uitblijven van sancties tegen Rusland en onbereidheid om ook maar iets te doen aan bepaalde, specifieke eisen van de EU – met name de eis om oligarchen aan te pakken – zijn pijnpunten in de Europees-Georgische betrekkingen. Terwijl zowel de Georgische oppositie als de EU de regering keer op keer aanspoort nu eindelijk eens vaart te gaan maken met de gestelde voorwaarden, reageert de regering steevast kribbig en stelt dat de EU wel wat meer waardering mag uiten voor wat wel bereikt is.

Dat Georgische Droom Zurabishvili wilde ontslaan werd op 1 september bekend gemaakt: 7 september stond Borrell in Tbilisi. Het moge duidelijk zijn dat de EU zich zorgen maakt om Georgië’s Europese perspectief. Zurabishvili heeft weliswaar hoge ogen gegooid in Europa, maar Georgië heeft een parlementaire democratie; Borrell zal het toch echt eens moeten worden met Georgische Droom. In de persconferentie van Borrell en premier Garibashvili bleek wederom dat die samenwerking met horten en stoten gaat. Eensgezindheid bleef vooral bij laaghangend fruit als dat Georgië bij Europa hoort en dat Europa Georgië’s officiële grenzen steunt (doelend op de door Rusland gesteunde seperatistenrepublieken Abchazië en Zuid-Ossetië). De implementatie van de door de EU gestelde voorwaarden en de lakse reactie van de Georgische regering op de Russische agressie tegen Oekraïne bleven pijnlijke onderwerpen. Bijzonder pijnlijk was het appel van Borrell betreft polarisatie: zijn oproep tot politieke samenwerking en het aanpakken van polarisatie beantwoordde Garibashvili door de ‘radicale’ oppositie ervan te betichten dit proces te saboteren.

Helaas voor Garibashvili is ook rondom hem een rel ontstaan, waar de oppositie dankbaar gebruik van maakt. Garibashvili was namelijk naar de VS gevlogen om zijn zoon, die daar studeert, te bezoeken. De geruchten dat deze persoonlijke reis zou zijn gemaakt op kosten van de regering werden door Garibashvili aanvankelijk als onwaar afgedaan en dat hij netjes commerciële vluchten had genomen, maar Borrell was nauwelijks Tbilisi uit of het bleek toch echt om een regeringstoestel te gaan. Reden genoeg voor de oppositie om Garibashvili een koekje van eigen deeg te geven en het proces te starten om de premier te ontslaan. Daarmee lijkt de politieke chaos in Georgië compleet.

‘Zo begon een vermakelijk, doch uiteindelijk zinloos twee uur durend politiek heen-en-weer waarbij beide partijen rekenschap, of ook maar de kleinste stap voorwaarts, vermeden.’ Zo beschrijft Georgia Today het debat tussen twee parlementariërs van Georgische Droom en de UNM, de grootste oppositiepartij van oud-president Saakashvili. Het is een observatie die tekenend is voor het huidige Georgische politieke klimaat: de oppositie verwijt Georgische Droom om de toetreding tot de EU te fnuiken en met de Russen te collaboreren, terwijl Georgische Droom de oppositie ervan beticht een stelletje relschoppers te zijn die geen enkele affiniteit hebben met staatskunde. Betekent dit dat Georgië afglijdt naar een gefaalde, misschien zelfs autoritaire staat en geen kans maakt op het Europese kandidatuur? Nee, zo ver is het nog niet. Nog altijd is het leeuwendeel van de Georgiërs pro-Westers, zijn er genoeg non-gouvernementele organisaties actief die zich inzetten voor vrijheid en democratie en is de pers grotendeels vrij. Door Georgië ook kandidaatschap te verlenen toont de EU zich welwillend tegenover Georgië en wordt er een duidelijke beloning gesteld voor het opgegeven huiswerk: een handreiking naar zowel de Georgische bevolking als de politiek. Tegelijkertijd wordt het voor Georgische Droom, dat probeert te balanceren tussen het Westen, Rusland en China, hopelijk lastiger om de eisen van de EU steeds op de lange baan te blijven schuiven: immers, beschuldigingen dat de EU Georgië in de kou laat staan snijden geen hout als het duidelijk is dat dit niet zo is. Tenslotte heeft men de verkiezingen ook in het achterhoofd: over een jaar zullen de parlementsverkiezingen plaatsvinden. EU-kandidatuur heeft de potentie om de verkiezingen een pro-Europese impuls te geven: dat een pro-Europese partij de verkiezingen wint is gezien het Georgische politieke landschap weliswaar onwaarschijnlijk, maar als Georgische Droom zich omwille van de publieke opinie genoodzaakt voelt om toenadering tot de EU weer serieus te nemen is dat al een stap in de goede richting.